Journalist Jana Antonissen en auteur/theatermaker Julie Cafmeyer vertellen beurtelings over het leven.
JANA ANTONISSEN 18 mei 2024, 03:00
Bron: Demorgen.be.
VLAANDEREN – Ik heb een pauze van mezelf nodig. Gewoon even de stopknop indrukken, mijn eigen huid afleggen. Als het kon, zou ik mezelf de bons geven. Relatiestatus: het is ingewikkeld. De enige verlichting valt te vinden in even iemand anders voorspiegelen.
Dat je voor die zelfbegoocheling ook betaald kunt worden, begreep ik van een vriendin die bijklust als dominatrix. Een lief, schuchter meisje dat grof geld verdient aan mannen die door haar vernederd willen worden.
Eén van die mannen ontmoette ze in de Starbucks, waar hij haar een lege koffiebeker overhandigde. Die moest ze in de toiletten vullen, om vervolgens toe te kijken hoe hij haar ochtendurine opdronk. Een zichzelf als rechts identificerende bankier wilde door een zelfverklaarde feministe de huid vol gescholden worden. Nog een derde dokte om eigenhandig haar hele afstudeertentoonstelling te mogen opbouwen.
Eigenlijk vindt mijn vriendin het vreselijk anderen te krenken, maar gezien ze permanent blut is, is ze bereid te doen alsof ze ervan geniet. En wat is domina-zijn ten slotte anders dan onbekenden toelaten hun visie op jou te projecteren; je tot duur betaald fantasiebeeld te laten reduceren?
Nieuwsgierig maakte ik een profiel aan op een aanbevolen website. Lana La Traviata, doopte ik mijn alter ego. Lana, aangezien de meest populaire profielen allemaal voor de hand liggende Oost-Europese voornamen droegen. La Traviata, naar Verdi’s opera met de begeerde courtisane in de hoofdrol. Zo hoopte ik een specifieke slaaf aan te trekken: gecultiveerd, goed vermogend en, uiteraard, geil.
Ik ontdekte dat er in de BDSM-wereld een subcategorie van godinnenverering bestaat. Aanbeden worden, iemand zich letterlijk aan je voeten laten werpen; dat idee beviel me wel.
Op mijn essay over mijn verkenningen op het terrein van de meervoudige liefde volgden veel dankbetuigingen: lezers, niet zelden nog in de kast zittende polyamoristen, voelden zich gezien. Allemaal goed en wel, maar ik ben te wispelturig om voor vaandeldrager door te gaan. Zo vind ik het idee van polyamorie nog steeds nobel en het onderzoeken waard, maar in de praktijk is het voor een ijdel type als mezelf soms best naar om niemands enige te zijn. Niemand te hebben die voor de ongezond volle honderd procent aan mij, en mij alleen, toegewijd is.
Hoe langer ik erover nadacht, hoe meer ik ervan overtuigd raakte dat ik me tot Godin moest omscholen; een zuiver vleugje monotheïsme als antidotum tegen al die verwarrende poly-gevoelens. Alleen gaven de mannen die zich meldden geen zak om Verdi. In de stortvloed van slecht gespelde vunzigheden naar een geschikte kandidaat zoeken kostte me behalve te veel tijd ook mijn humeur, en bijgevolg mijn motivatie.
Het was niet moeilijk te zien hoe snel ik in de totale onthechting zou verglijden waar mijn vriendin me voor gewaarschuwd had. Sommige fantasieën worden in hun verwerkelijking te veel aangetast door de tekortkomingen van de realiteit.
Maar misschien hoef ik niet per se de huid van een ander aan te trekken, kan ik wel even onthuid blijven, bloedvaten en zenuwbanen lekker openlaten.